In het Limburgse Venray gaan boeren en burgers de luchtkwaliteit meten rondom veehouderijen, bij omwonenden en in de openbare ruimte. Anders dan in de media naar voren is gekomen, gaat het niet om het meten van geur.
Voor het meten van geur uit veehouderijen bestaan nog geen sensoren die al op wat grotere schaal volledig praktijkrijp zijn. Desondanks suggereert het CDA-statenlid Rudy Tegels dat er toch ook geur gemeten gaat worden. Hij zegt op pigbusiness.nl dat er technieken zijn die 24/7 data meten en op die manier betrouwbare cijfers geven over geur, fijnstof en ammoniak. Tegels legt een link met de falende luchtwassers, die veel minder stank verwijderen dan altijd is aangenomen, zo is uit onderzoek gebleken.
”Er is door varkenshouders miljoenen geïnvesteerd in luchtwassers zonder dat daar in mijn ogen door de wetgever vooraf voldoende over is nagedacht. Er zijn ontzettend veel soorten geur, maar wat is precies geur? Het is van de gekke dat Nederlandse normen puur en alleen gebaseerd zijn op menselijke geurpanels en dat op basis daarvan bepaald is hoeveel een luchtwasser reduceert. Dat moet anders en dat gaat gelukkig ook anders worden. Ook hier telt het eerlijke verhaal”, aldus Tegels (werkzaam bij accountantskantoor ABAB, specialist voor de varkenshouderij) op www.pigbusiness.nl
Tegels verwacht kennelijk dat door geurmetingen met behulp van technieken andere resultaten naar voren komen. Hij verzuimt echter te vermelden dat die technieken nog niet praktijkrijp zijn. Tot dusver is het alleen mogelijk om geur te meten met de zogeheten olfactorische methode, waarbij gebruik wordt gemaakt van de menselijke neus. Tijdens een bijeenkomst van pigbusiness liet hij weten dat de geurmetingen zich zullen concentreren op drie stoffen: ammoniak, boterzuur en zwavelzuur. Opnieuw bracht hij naar voren dat er nieuwe technieken zijn die deze stoffen kunnen meten. Of daarmee het hele geurspectrum vanuit de veehouderij wordt gemeten, liet hij in het midden.
In het rapport Stalmaatregelen voor het reduceren van geuremissie uit de intensieve veehouderij staat beschreven welke componenten een rol spelen. Dat zijn: sulfiden, fenolen en indolen, vluchtige vetzuren, ammoniak en vluchtige aminen. ”Afhankelijk van de specifieke bronnen en de specifieke omstandigheden kunnen steeds andere componenten de belangrijkste bijdrage leveren aan de geurconcentratie. Daarnaast is er ook vaak een interactie tussen de verschillende geurcomponenten, waardoor ze elkaar kunnen verzwakken of juist versterken”.
Een literatuurstudie wijst uit dat de volgende componenten voorkomen in varkenslucht:
Methyl mercaptan (zwavelverbinding, ruikt naar zweetvoeten en rottende witte kool)
Phenol (carbolzuur)
Pentanoic Acid/Valeric acid (petaan/valeriaanzuur)
Butyric Acid (boterzuur)
Indole (komt voor als een witte vaste stof met de zeer onaangename geur van ontlasting)
Skatole (organische verbinding C9H9N stinkt naar ontlasting)
P-Cresol (4-Methylphenol) (organische verbinding C₇H₈O, ruikt naar zweet)
Acetic Acid (azijnzuur)
Ammoniak
Hydrogen Sulfide (H2S waterstofsulfide, sterk ruikend giftig gas)
In het recent verschenen rapport ”StalSens-Oren: meetsystemen voor bedrijfs-monitoring van emissies in de veehouderij” komt naar voren dat er voor ammoniak nog geen sensoren beschikbaar zijn voor metingen buiten de stal. Voor ammoniak in de stal zijn metaaloxide (MOx) en elektrochemische sensoren beschikbaar. Losse metaaloxide
sensoren kosten ca. 10 euro/stuk, elektrochemische vallen in de range van 50 tot 150 euro/stuk. Voor buitenluchtmonitoring lijken commercieel beschikbare NH3-sensoren – gezien de huidige detectielimiet – nog niet geschikt, aldus het rapport, dat is samengesteld door Wageningen Universiteit, Energie Centrum Nederland en RIVM.
Ook voor geur zijn er nog geen sensoren beschikbaar. ”Voor geur is de uitdaging geschikte proxy-gassen per diercategorie vast te stellen, die een goede afspiegeling zijn van de vrijkomende geur in de betreffende situatie”. Deze zogenoemde proxy-gassen zijn gassen aan de hand waarvan de mate van stank gereconstrueerd zou kunnen worden. ”Hiervoor is fundamenteel onderzoek naar de relatie tussen geurconcentratie (volgens sensorische meetmethode) en geurcomponenten noodzakelijk. Pas wanneer deze zijn vastgelegd voor de verschillende sectoren, zal het ontwikkelen van een compleet meetsysteem mogelijk worden.”
Niettemin heeft de provincie Limburg twee ton vrijgemaakt voor het meetproject in Venray. Op de website samenmeten.nl staat beschreven wat het project inhoudt. De gemeente Venray, de provincie Limburg, en het RIVM maken het meetproject mogelijk. Bij het project zijn ook boerenorganisatie LLTB en de werkgroep Gezond Leefmilieu Venray betrokken. De provincie heeft er twee ton voor vrijgemaakt. Het project gaat in maart 2019 van start en loopt door tot eind 2020.
In deze video legt Marita Voogt van het RIVM uit waar het in het project nu eigenlijk om gaat.
99 van de 100 mensen zullen zeggen dat de lucht afkomstig van varkens- kippen- en koeienstallen enz. stinkt. De overigen hebben er economisch belang bij om te zeggen dat het niet stinkt.
Aanvulling op mijn bovenstaande reactie; het CDA wekt al decennia lang de indruk op te komen voor de belangen van de boeren. Het resultaat is steeds minder boeren, rara?