Inbreng omwonenden in discussie Geurproblematiek op het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Mensen die ernstige stankhinder ondervinden van veehouderijen zijn door het Ministerie van van Infrastructuur en Waterstaat uitgenodigd voor een discussie bijeenkomst op 31-03-2023

Inhoudelijke reacties op dit bericht kunt U toevoegen op het eind van deze pagina.

Uit de uitnodigingsbrief van het Ministerie IenW

In de loop van de jaren is kritiek ontstaan op de uitgangspunten en het systeem van geurnormering. Daarnaast heeft de rechtbank Den Haag recentelijk in haar uitspraak gezegd dat de huidige regelgeving onvoldoende bescherming tegen geurhinder, en geen goed evenwicht voor de verschillende belangen die afgewogen moeten worden, biedt.

Daaruit volgt als centrale opgave het werken aan een fair balance waarin alle betrokken belangen met elkaar in evenwicht zijn. Daarom wil de staatssecretaris met voorstellen komen voor aanpassing van de regelgeving voor geurhinder

In het voorjaar wil de staatssecretaris een brief aan de Tweede Kamer sturen over de geurproblematiek. Omdat we de belanghebbenden graag vroegtijdig betrekken bij dit traject willen we via u ook een vertegenwoordiging van de omwonenden uitnodigen voor een discussiebijeenkomst.

Er zijn in totaal drie gesprekken met belanghebbenden, één met omwonenden en burgerwerkgroepen, één met de veehouderijsector en één met betrokken overheden en wetenschap. Voor de bijeenkomst met omwonenden en burgerwerkgroepen, zullen naast u ook vertegenwoordiging van de betrokkenen bij de rechtszaak, burgerwerkgroepen Stop de stank en Brabantsburgerplatform worden uitgenodigd. Mist u nog een belangrijke partij, dan horen we dat graag van u.

In de bijeenkomst willen we graag met de belanghebbenden verder ingaan op een aantal ambtelijke denkrichtingen voor aanpassing van de regelgeving:

I.            Aanscherpen van normering, waarbij de standaardnorm op het borgen van een kwalitatief goede leefomgeving is gebaseerd, en waar gemeenten gemotiveerd van kunnen afwijken tot een bovengrens van 19 odour;
II.           Normen ook van toepassing laten zijn op bestaande situaties;
III.          Verkennen van mogelijkheden om bestaande situaties eerder onder 19 odour te brengen;
IV.          Afschaffen 50%-regeling;
V.           Het, tot inwerkingtreding van nieuwe regelgeving, voorkomen van nieuwe overbelaste situaties.

Schriftelijke reacties voorafgaand toegestuurd aan het ministerie

Erg belangijk aangezien er geen verslag is gemaakt van de bijeenkomst.

Gert van Dooren van Brabants Burgerplatform bracht de volgende punten naar voren.

Inbreng Brabants Burgplatform, Gert van Dooren, as. vrijdag 31 maart 2023 ministerie I&W, Wet Geurhinder en Veehouderij (Wgv)
De complete Wgv moet op de schop, men kan zich niet beperken tot slecht enkele nuances.
Ondergenoemde punten vergen een aanpassing:

  1. Afschaffen 50% regeling, omdat deze overbelasting van geur in stand houdt.
  2. Toevoeging van geurgevoelige objecten zoals bedrijfswoningen, plattelandswoningen etc. Iedereen moet volgens art. 8 EVRM worden beschermd. Discriminatie tussen geurgevoelige objecten is niet meer mogelijk na de uitspraak. Alle mensen moeten worden beschermd.
  3. Alle geurbronnen in de intensieve veehouderij met bijbehorende OU toevoegen in de WGV, d.w.z. voerbrijkeukens, mestbewerking, mestverwerking, mestaanwending, mestopslag, kuilvoer en ander voeropslag. Complete bescherming is noodzakelijk, niet opdelen tot puzzelstukken, maar het complete geurplaatje in beeld brengen.
  4. Geuremissie van melkkoeien op stal moet in OU worden uitgedrukt. Dit gebeurt immers ook bij vleesvee die op stal staan. In de regeling geurhinder en veehouderij zijn deze niet vastgesteld voor melkkoeien en hun jongvee. Nog een voorbeeld, bij schapen B1 is wel een geuremissiefactor van 7.8 OU met maximaal 3 maanden per jaar op stal.
  5. Uitbreiden in dieren zonder geuremissiefactoren moet niet mogelijk zijn. In de praktijk hebben alle dieren met bijbehorende activiteiten (zie punt 3) geuremissies.
  6. Het onderscheid tussen concentratiegebieden en niet concentratiegebieden is onhoudbaar. Bij concentratiegebieden is 19.4 OU een overtreding van art. 8 EVRM. En bij niet concentratiegebieden is dat 8.5 OU. Dit is een forse discriminatie tussen bewoners van de ene provincie of de andere in Nederland.
  7. In de nieuwe omgevingswet wordt de Wgv opgenomen als bruidsschat. In de omgevingswet moet alle geurbronnen, ook die van de industrie (max. 5 OU) worden opgeteld en vervolgens een aanvaardbaar woon- en leefklimaat garanderen. Hoe kan de industrie dan op 5 OU worden gezien als maximaal en de intensieve veehouderij b.v. 14 OU in de nieuwe omgevingswet? Terwijl stankcirkels van beiden vaak overlappen.
  8. De Wgv kent geen ‘saneringsverplichting’ – veehouders met bestaande overbelaste situaties hoefden deze niet direct na inwerkingtreding van de Wgv actief ongedaan te maken. Dit moeten worden veranderd. Overbelaste situaties moeten worden gesaneerd. De wet was in 2007 van kracht. Onbegrijpelijk is dat nu nog steeds stank overbelaste situaties blijven bestaan en zelfs nieuwe ontstaan. Saneringsplicht moet in gang worden gezet.
  9. Herijking van bestaande stalsystemen, werking op reductie van geur moet worden herzien. In de praktijk zijn vele stalsystemen die geur reduceren inmiddels achterhaald. Een voorbeeld is mestputten met schuine wanden. Deze zijn geleggen onder betonnen roostervloeren niet te reinigen waardoor de schuine wanden bevuilen. Hierdoor is veel meer geuremissie in de praktijk dan in de theorie. En zo zijn er nog wel meer stalsystemen die onvoldoende functioneren. Het stinkt in de praktijk meer, dan volgens de vergunde situatie.
  10. Standstil voor alle uitbreidingen m.b.t. geuremissies omdat hierdoor anders de voorgrond- en achtergrond belasting in veel gevallen onaanvaardbaar hoog blijven of hoger worden.
  11. Het vrij recente rapport van Loes Geelen GGD; Geurhinder van veehouderij nader onderzoek, meer hinder van handreiking Wgv doet vermoeden? (Geelen et al., 2015) moet worden betrokken met de nieuwe normen voor de Wgv. Het oude Pra onderzoek (Bongers et al., 2001) is beperkt tot alleen varkensgeur, en is eenmalig uitgevoerd en nooit bevestigd door onafhankelijke herhaling. De validiteit en betrouwbaarheid van dit geurhinder onderzoek is laag. Dit oude, beperkte en eenmalige wetenschappelijke onderzoek is de basis van Wgv. De nieuwste wetenschappelijke geurhinderinzichten zijn nooit meegenomen of verwerkt in de Wvg. Dit gaat ten koste van de leefbaarheid en gezondheid van omwonenden. Oproep om recent wetenschappelijk onderzoek over geurhinder in te brengen in de Wgv.

Advocaat Nout Verbeek bracht de volgende punten schriftelijk in.

De Wet geurhinder en veehouderij is een juridisch gedrocht, een fundamenteel oneerlijke wet, een slang die vooral mensen zonder schoenen in hun voeten bijt. De nieuwe wet moet daarom de volgende uitgangspunten in acht nemen.

  • [ ] Er moet niet alleen een grens worden gesteld aan de geurbelasting per woning, maar ook aan het aantal stallen per gebied en het aantal dieren per stal.
  • [ ] De geurnorm mag niet hoger zijn dan 5 odeur. De economische behoefte van veehouderijen om zo goedkoop mogelijk zo veel mogelijk dieren te houden, moet voor de bepaling van de beschermingsnorm buiten beschouwing blijven.
  • [ ] De geurnorm mag niet overschreden worden. Overschrijdingen moeten binnen een bepaalde tijd zijn gesaneerd, op straffe van intrekking van de vergunning.
  • [ ] De vergunning wordt altijd voorwaardelijk verleend op basis van de gezondheidskundige inzichten op het moment van verlening. Zodra uit gezondheidskundig onderzoek blijkt dat verlaging van de norm wenselijk is, wordt de vergunning dienovereenkomstig bijgesteld.
  • [ ] In de wet wordt opgenomen op welke termijn bestaande overschrijdingen van de norm moeten zijn gesaneerd, op straffe van intrekking van de vergunning.
  • [ ] Een geurbelasting die in strijd is met artikel 8 van het EVRM, leidt altijd tot de onmiddellijke intrekking van de vergunning.

Agenda discussie

I.            Aanscherpen van normering, waarbij de standaardnorm op het borgen van een kwalitatief goede leefomgeving is gebaseerd, en waar gemeenten gemotiveerd van kunnen afwijken tot een bovengrens van 19 odour;

II.           Normen ook van toepassing laten zijn op bestaande situaties;

III.          Verkennen van mogelijkheden om bestaande situaties eerder onder 19 odour te brengen;

IV.          Afschaffen 50%-regeling;

V.           Het, tot inwerkingtreding van nieuwe regelgeving, voorkomen van nieuwe overbelaste situaties.

Meer mogelijkheden om geur veehouderijen te beperken

De overlast van geur van veehouderijen staat steeds hoger op de agenda van gemeenten. Toch lijkt het lastig om met de huidige regelgeving de geur bij bestaande veehouderijen fors te verminderen.

Onlangs deed een rechtbank in Den Haag uitspraak over geuroverlast bij 16 omwonenden van veehouderijen. De rechtbank oordeelde o.a. dat de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) uit balans is. Er is geen eerlijke balans tussen economische belangen van de veehouder en gezondheid/milieubelangen van omwonenden van veehouderijen. De rechtbank heeft de Staat veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding.

Het huidige wettelijke kader biedt niet veel ruimte voor het aanpassen van bestaande situaties. Op verzoek van 3 provincies is daarom in het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (Chw) een experiment opgenomen, dat gemeenten mogelijkheden biedt om in te grijpen in bestaande situaties. Daarmee kunnen zij afwijken van het toetsingskader van de Wgv. De mogelijkheden gaan ver, maar het is aan de gemeenten zelf om te beslissen of ze er gebruik van willen maken.


Lees verder > Omgevingsweb

De Nederlandse staat heeft 2000 woningen in beeld waarbij de rechten van de mens (EVRM) worden geschonden.

Uitgelicht

Naar aanleiding van de uitspraak (14-09-2022, zaaknummer C-09-594148-HA ZA 20-547) is duidelijk geworden dat de Nederlandse overheid in overtreding is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. (EVRM)

De kern van deze zaak is dat door de in 2006/2007 geïntroduceerde wetgeving, Wet Geurhinder, de balans tussen de belangen van de bewoners en de belangen van de intensieve veehouderij zoek is geraakt. Met andere woorden de omwonenden werden aan te veel stank blootgesteld.

Ook heeft de rijksoverheid de vergunningsverstrekkende lagere overheden, door te ruime wettelijke normen, in de positie geplaatst waarin zij ten koste van omwonenden vergunningen mogen of moeten verstrekken die een te zware wissel trekken op de gezondheid van de burgers.

De rijksoverheid heeft nu de verplichting om deze onrechtmatigheden op te lossen.

De EVRM is geen vrijblijvende regelgeving vanuit de EU. Lidstaten moeten zich aan dit verdrag houden. De Nederlandse staat is nu aanzet en gaat aan de slag.

Dit is natuurlijk positief dat de Nederlandse overheid herkent dat men hierin beleid moet ontwikkelen om deze knelpunten op te lossen.

Staatsecretaris Vivianne Heijnen van I&W heeft ons, belanghebbenden, Brabants Burgerplatform en Max.5Odeur, toegezegd te betrekken in het verdere proces (Gesprek 9/12/2022 Ministerie I&W). Dit is belangrijk omdat wij ook willen bereiken dat de overtredingen m.b.t. de EVRM worden opgelost.

Sommige eisers hebben hun huis verkocht omdat ze de enorme stankoverlast beu waren. Andere zitten al decennia in een stank overbelaste situatie. Deze overbelaste situaties moeten zo snel mogelijk worden beëindigd.

De eerste aanzet is reeds gemaakt door het in beeld brengen van woningen die 20 OU of meer worden belast. De eerste voorzichtige schatting van deze onrechtmatige daad is ongeveer 2000 woningen in Nederland.

Er wordt ook serieus gekeken hoe deze overlast situaties moeten worden oplost. De impact zal immers enorm zijn omdat men nu moet ingrijpen in bestaande rechten van agrariërs.

Veehouders zullen hun verkregen vergunningen niet zomaar inleveren. En het verminderen van het aantal dieren om de geuremissies terug te brengen kost ook geld. Men zal hiervoor compensatie eisen.

De Crisis- en Herstelwet zou één van de mogelijke tools kunnen zijn die de overheid kan gaan gebruiken om knelpunten op te lossen. De Crisis- en Herstelwet bevat elementen die toepasbaar zijn bij overbelaste situaties en kan dus hiervoor worden ingezet.

De oplossing zal niet vandaag of morgen klaar zijn. Dit probleem heeft de Nederlandse overheid met een ruimhartig vergunningenbeleid over zichzelf afgeroepen in de laatste decennia. De rekening zal nu moeten worden uitbetaald.

Wij pleitten daarom tijdens ons gesprek ook voor een tijdelijke stop op vergunningen voor uitbreidingen. Want zolang niet duidelijk is waar alle knelpunten zich bevinden dienen er in elk geval geen nieuwe uitbreidingen meer plaats te vinden. Meer knelpunten kunnen we niet gebruiken en is rechtstreeks in strijd met het EVRM.

Een andere essentieel punt is het aanpassen van de Wet geurhinder en veehouderij.

Als zou blijken dat de huidige Wet Geurhinder en Veehouderij niet deugt, heeft staatsecretaris Vivianne Heijnen in een uitzending van Zembla beloofd, een wijzigingsprocedure in gang te zetten. Nu deze wet aantoonbaar in strijd is met het EVRM valt dit niet meer te ontkennen.

De herziene nota stankbeleid (1994) geeft hiervoor de volgende uitgangspunten om de Wet Geurhinder en Veehouderij te verbeteren:

  • Ernstige stankhinder moet worden voorkomen.
  • Boven de 5 odeur is er altijd sprake van ernstige stankhinder.
  • Situaties van meer dan 5 odeur zijn saneringssituaties. (vergund is niet blijvend vergund!)
  • Ten aanzien van uitbreiding van stankbronnen wordt grote terughoudendheid betracht.

Uit de GGD-richtlijn Medische Milieukunde: Veehouderij en Gezondheid, blijkt dat zowel het Ministerie van VWS, als het RIVM als de GGD een verlaging van de voorgrondbelasting voor geheel Nederland bepleiten tot maximaal 5 odeur.

Gert van Dooren bestuurslid Brabants Burger Platform
leefmilieuveghel-erp@hotmail.com


Draag bij aan de crowdfunding “Stop de Stank”, zodat we de strijd kunnen winnen. Elk bedrag is welkom.

We gaan winnen met uw hulp!

Met jouw donatie steun je niet alleen de zaak van de omwonenden, maar ook het recht van burgers in Nederland hun leefkwaliteit te beschermen tegen een sluipend oprukkende vee-industrie.

Waar moeten burgers op letten bij een nieuwe geurverordening?

Uitgelicht

Een goede geurverordening beschermt burgers tegen geuroverlast en zorgt voor een gezond en aangenaam leefklimaat.

Maar wat is een goede geurnorm?
Het niet overschrijden van de voor veehouderijen toepasselijke individuele geurnorm Wet geurhinder en veehouderij betekent niet zonder meer dat ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
Door cumulatie, een optelsom van meerdere IV bedrijven bij elkaar, kan een hogere achtergrondbelasting ontstaan dan gewenst.

Toch onderkennen gemeenten met veel IV bedrijven in hun gemeente deze problematiek vaak niet.Terwijl voor de gangbare industrie zeer strenge geurnormen worden toegepast zijn deze in de veehouderij vaak veel soepeler. De geurnormen zijn vaak meer dan 4 keer ruimer. Het komt zelfs voor dat de geurcontournormen van de IV die over een industrieterrein liggen hoger zijn dan de industrie zelf mag produceren!

Een te hoge geurbelasting veroorzaakt een ongezonde leefomgeving.
Strenge geurnormen zorgen ervoor dat potentiële ziekmakende stoffen, in dit geval biologische gassen, tot een minimum worden beperkt.

Helaas wordt een geurverordening in de meeste gemeenten bijna gedegradeerd tot een hamerstuk. De meeste raadsleden hebben weinig interesse in deze taaie onoverzichtelijke materie. Agrarische bedrijven zijn doorgaans goed vertegenwoordigd in de gemeenteraad. Hun belangen wegen vaak zwaarder in besluiten om een geurnorm aan te scherpen ter wille van gezondheid. De economische belangen wegen zwaarder dan een gezonde leefomgeving.
Met dit schrijven wil Max5-Odeur burgers attenderen op hun mogelijkheden om een zienswijze te doen indien een geurverordening wordt geëvalueerd.

Geur en gezondheid:

Veel wethouders en raadsleden zien deze relatie helaas niet. Inmiddels zijn talloze wetenschappelijk rapporten gepubliceerd die aantonen dat er een duidelijke relatie is tussen geurhinder en gezondheid. En deze is niet positief. Indirect verband tussen geur en ziekte, waarbij het waarnemen van geur allerlei lichamelijk processen op gang brengt, die ziek kunnen maken.

Hinder is een gevoel van afkeer, boosheid, onbehagen, onvoldaanheid of gekwetstheid, dat optreedt wanneer een milieufactor (geur) iemands gedachten, gevoelens of activiteiten beïnvloedt. Andere effecten zijn misselijkheid en/of braakneigingen, beperkingen van activiteiten of gedragingen, verstoring van slaap, ramen niet kunnen openen, niet buiten kunnen zitten, geen bezoek kunnen ontvangen. Langdurige geurhinder kan leiden tot stress-gerelateerde klachten.

Voorgrondbelasting / achtergrondbelasting.

Een voorgrondbelasting wordt veroorzaakt door 1 veehouderij. Terwijl meerdere IV bedrijven zorgen voor een achtergrondbelasting.
Een hoge voorgrondbelasting zal ervoor zorgen dat de hoge achtergrond belasting blijft bestaan. De norm die de provincie Noord Brabant bijvoorbeeld stelt in de verordening ruimte is een achtergrondbelasting van 20 OU. Dit is echter veel te ruim omdat de GDD een maximale geurnorm van 5 OU hanteert. Dit is gelijk aan 10 Geureenheden GE volgens de oude GGD normen.

Schrap de 50% regeling, uw gemeente kan deze aanpassen.

Max5-Odeur heeft bij de landelijke geurevaluatie van de wet geurhinder en veehouderij aangedrongen om deze regeling te schrappen uit de wetgeurhinder en veehouder.
In een overbelaste situatie kan de 50% regeling ervoor zorgen dat een veehouderij toch kan uitbreiden zonder dat deze de stank onder de wettelijke norm hoeft terug te brengen. Dit is natuurlijk onacceptabel. De vervuiler wordt op deze manier beloond, terwijl de omgeving in de stank blijft zitten.

Gemeenteraden hebben sinds een tijd de mogelijkheid deze norm af te zwakken zodat meer stank moet worden gereduceerd alvorens de veehouder kan uitbreiden met meer dieren.
Helaas wordt volgens ons te weinig gebruik gemaakt van deze bevoegdheid.

Een veehouderij wordt alleen op moment van vergunningverlening getoetst op geur. Bijsturen op geur gebeurt dus alleen op het moment van het daadwerkelijk vergunnen van een veehouderij. Dit is vaak 1x het geval in ongeveer 15 jaren.
Bij een hoge geurnorm wordt vaak geen verbetering in de vergunning doorgevoerd. Een strenge geurnorm zorgt voor een gezonde en betere leefomgeving. Het voordeel van een strenge geurnorm is dat vaak andere stoffen zoals fijnstof, endotoxinen en stikstof ook extra worden gereduceerd.

Falende combiluchtwassers:

Ondermaats presterende combi luchtwassers hebben gezorgd voor een slechte luchtkwaliteit. Zeker op het gebied van geur. De normen voor deze wassers zijn recentelijk naar beneden bijgesteld door het ministerie.
Echter vergund is vergund. Hierdoor is de vaak ontstaande overbelaste situatie niet opgelost en blijft de overlast bestaan. Het in kaart laten brengen van deze ongewenste situaties en gebiedsgerichte aanpak door een strenge geurverordening is dus zeer wenselijk. De gemeente kan een geurbeheersplan laten opstellen. De overlast kan dan gericht worden aangepakt.

Andere geurbronnen die niet zijn opgenomen:

Een ander mankement van de geurverordening is dat mestaanwending, mestbewerking, mestverwerking voerbrijkeukens etc. niet zijn opgenomen in de wetgeurhinder en veehouderij. Terwijl deze geurbronnen wel bijdragen aan een verslechtering van het leefklimaat qua geur. Uiteindelijk zorgt de som van deze activiteiten van de IV voor een extra flinke geurbelasting voor de omwonenden.

Inspreken bij uw gemeente.

Maak duidelijk in een beknopte verslag uw wensen kenbaar in de gemeenteraad van uw gemeente. En benader partijen in uw gemeente dat een goede geurverordening die een goed woon- en leefklimaat biedt noodzakelijk is.
Alleen een zienswijze indienen is vaak niet voldoende. Het bespreken met politieke partijen is eveneens aan te bevelen alvorens in de raad hierover wordt beslist.

Bijlage : Voorbeeld zienswijze van vereniging leefmilieuveghel-erp.

Zie ook ::
Brabants dagblad geurnorm
Eindhovens dagblad : geurnorm

De buren van De Heijderhoeve in Zeeland

In het Brabantse plaatsje Zeeland komt aan de Peelweg een varkenshouderij met 17.000 varkens: de Heijderhoeve. ”Daarnaast zijn er nog eens zo’n 3000 varkens. Iets meer naar links: een koeienbedrijf met zo’n 350 beesten, en er komt nog een varkensbedrijf. Nog iets verder naar links: een grote geitenhouderij met 3000 geiten. En helemaal links nog een varkensbedrijf met 15.000 beesten. Weliswaar in Langenboom, maar ‘s zomers stink je hier je huis uit”, schetst Piet Catsburg de woonomstandigheden in dit Landbouw Ontwikkelings Gebied.



Uit het Brabants Dagblad van 31 december 2020
Graspeel Zeeland: de stinkende resten van een hyperambitieus plan
Het landbouwontwikkelingsgebied Graspeel in Zeeland zou een dikke tien jaar geleden de oplossing voor alle problemen zijn. Agrariërs konden uitbreiden zonder burgers tot last te zijn, met de gemeente Landerd als regisseur van het geheel. Het liep totaal anders. De hele episode kent louter verliezers.


Grof geteld zestigduizend varkens en biggen, honderdduizend mestkuikens, drieduizend geiten, en zo’n vijfentwintighonderd melkkoeien en kalveren met bijbehorende stank. Dat is voor vijfenveertig Zeelandse gezinnen die op de Graspeel wonen de erfenis van ‘het LOG’.

Piet Catsburg (69) staat voor zijn huis aan Graspeel 45 in Zeeland. Misnoegd kijkt hij rond en wijst op een in aanbouw zijnde varkenshouderij aan de Peelweg op amper 200 meter afstand. ,,De Heijderhoeve: straks 17.000 varkens. Daarnaast nog eens zo’n 3000 varkens. Iets meer naar links: een koeienbedrijf met zo’n 350 beesten, en er komt nog een varkensbedrijf. Nog iets verder naar links: een grote geitenhouderij met 3000 geiten. En helemaal links nog een varkensbedrijf met 15.000 beesten. Weliswaar in Langenboom, maar ‘s zomers stink je hier je huis uit. En zijn luchtwasser maakt meer herrie dan de F16’s van Volkel die hier regelmatig over vliegen.”

Catsburg woont dan ook midden in de Graspeel. Er staan 45 huizen. ,,Wij wonen in een boerenrepubliek”, vindt Catsburg. En hij meent het. ,,De boeren hebben hier de rechten, de burgers alleen plichten.” Vanuit dat gevoel richtten de bewoners van het gebied een actiegroep op, Actiegroep Groen Graspeel, die tot op de dag van vandaag bestaat en inmiddels al zeker 25 rechtszaken heeft gevoerd, tot aan de Raad van State toe.

,,Ooit begonnen we met zo’n 25 man. Er zijn er inmiddels veel afgehaakt. Ze hielden het niet vol, vooral vanwege de stress”, zegt Olga Meulenbroek (39). Zij woont op de Schuifelenberg, schuin tegenover de Heijderhoeve. Zij vreest de komst van de 17.000 knorrende en stinkende ‘overburen’.
Groen Graspeel wil nu een onafhankelijk onderzoek naar de geuruitstoot bij de megavarkensstal. ,,Hij mag volgens de vergunning 9 oudeur uitstoten, maar volgens de Omgevingsdienst (ODBN) komt-ie aan 32″, zegt Piet Catsburg. Voor dat onderzoek is een onafhankelijk voorzitter gevonden in de persoon van de Veghelse oud-wethouder Jan Kerkhof.
De boosheid van Catsburg en de zijnen richt zich vooral op de gemeente. ,,We hadden na lang praten eindelijk een convenant met de gemeente, de provincie en de ZLTO, onder leiding van arts/chemicus Henk Jans. Per locatie werd bekeken wat al of niet mogelijk was. De provincie zou tachtig procent van de kosten voor haar rekening nemen. De gemeente twintig. En toen veegde in 2015 burgemeester Bakermans in een klap het hele convenant van tafel met als motivatie dat er in Landerd wel meer overbelaste gebieden waren. Niet waar. Moet-ie zijn eigen geurverordening en gezondheid effect screening nog maar eens goed lezen”, zegt Catsburg boos.
Gevolg was dat de provincie ook niet meer wilde betalen, met alle gevolgen van dien, zo redeneert hij. Het LOG mag dan al jaren geleden verdwenen zijn, zeker de bewoners van de Graspeel ervaren nog dagelijks de overlast ervan.

Update 9 april 2021
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landerd heeft de Omgevingsdienst Brabant Noord gevraagd iedere 14 dagen een controle op de geuremissie van de vestiging van de Heijderhoeve in Zeeland uit te voeren. Dat gebeurt na aanhoudende klachten van omwonenden. De Heijderhoeve exploiteert in Zeeland een bedrijf met 17.000 varkens. Het college van Landerd stelt dat er geen aanwijzingen zijn dat de onderneming zich niet aan de regels houdt. Het vermoeden is dat de luchtwassers van het bedrijf veel minder rendement leveren dan op papier was toegezegd. Dat is volgens het gemeentebestuur een landelijk probleem. De gemeente Landerd heeft daar in een brief aan staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat op gewezen. (bron: Agriholland)

Update 12 december 2021
https://www.max5odeur.nl/heijderhoeve-tien-keer-zoveel-stank-als-vergund/

Heijderhoeve: tien keer zoveel stank als vergund

Uitgelicht

Varkenshouderij Heijderhoeve in het Noord-Brabantse Zeeland (17.000 varkens, gemeente Landerd) stoot tien keer zoveel stank uit als vergund. Dat is gebleken uit een meting die op 26 juli 2021 is uitgevoerd.

De Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) kwalificeert de geurmeting volgens het Brabants Dagblad als ”subjectief”. De dienst heeft de uitkomst van de meting daarom aangepast. Zo is op papier de hoeveelheid stank niet tien keer zoveel, maar vijf keer zoveel.

De meting bij Heijderhoeve is verricht door Bureau Olfasense. De gehanteerde methode wordt vaak gebruikt bij het meten van stank uit veehouderijen en is niet zozeer subjectief, als wel onbetrouwbaar. Lucht wordt gevangen in een grote zak en aangeboden aan een panel van mensen waarvan bepaald is dat ze een gemiddelde neus hebben.

Deze meetmethode is in diskrediet geraakt door het luchtwasserschandaal. Dat schandaal heeft tekortkomingen aan het licht gebracht in deze zogeheten olfactorische meetmethode. De gevolgen hiervan zijn op deze website uitvoerig beschreven. Samengevat:
de toegepaste methode geeft geen informatie over welke geurstoffen precies worden gemeten,
geurmonsters worden in een lab geanalyseerd, dat geeft per lab verschillende uitkomsten,
de resultaten zijn niet goed reproduceerbaar,
de methode is niet goed te kalibreren.

Vooralsnog zullen omgevingsdiensten het bij gebrek aan beter met de olfactorische meetmethode moeten doen. Uitkomsten mogen volgens het meetprotocol gecorrigeerd worden vanwege mogelijke afwijkingen, maar de door de ODBN toegepaste correctiefactor is wel erg fors. Niettemin bevestigt de uitkomst van de geurmeting de ernstige overlast waaronder omwonenden te lijden hebben. De leden van het panel zullen van hun stoel zijn gevallen toen ze de inhoud van de zak onder hun ”gemiddelde neus” gewreven kregen.

De Heijderhoeve is een van de vele varkenshouderijen die gebruik maakt van luchtwassers. Deze installaties reduceren veel minder stank dan lange tijd is aangenomen. In 2018 zijn de emissiefactoren van de zogeheten combi-wassers aangepast, maar de installaties die voor die tijd al waren vergund, hoeven niet te worden vervangen.

De geconstateerde overdaad aan stank die door de Heijderhoeve wordt geproduceerd, kan nog een rol spelen in de procedure die loopt bij de Raad van State, aangespannen door actiegroep Groen Graspeel. De actiegroep wil dat de gemeente Landerd de vergunning van de Heijderhoeve intrekt. Wanneer deze zaak dient, is nog niet bekend. Volgens wethouder Hans Vereijken moet er een tweede meting komen. ”Als de ondernemer dan aan de minimum geurnorm voldoet, is er weinig mogelijk. Probleem is ook dat er geen enkele jurisprudentie op dit gebied is”, zegt hij tegen het Brabants Dagblad.

Raad van State laat emissiefactoren luchtwassers intact

De Raad van State laat de in 2018 bijgestelde emissiefactoren voor gecombineerde luchtwassers intact. Een varkenshouder uit Sprundel, die wilde uitbreiden van 5500 naar ruim 8000 varkens, had om toepassing van de oude, voor hem veel gunstiger factoren gevraagd.
De Raad van State oordeelt dat het ministerie van I&W in 2018 de emissiefactoren terecht heeft aangepast en deze – uit voorzorg – van toepassing heeft verklaard op nog lopende vergunningaanvragen. De gecombineerde luchtwassers hebben een veel lager verwijderingsrendement dan bij het opstellen van de oude emissiefactoren was aangenomen: geen 70 tot 85% maar gemiddeld 40%. Klik hier voor de uitspraak van de Raad van State ECLI:NL:RVS:2021:1598.

Geen duidelijkheid over vermindering stank door sanering varkenshouderij

Uitgelicht

De sanering van de varkenshouderij leidt tot minder geuroverlast en verbetering van de leefomgeving in Zuid- en Oost-Nederland, maar met hoeveel en waar de stank vermindert is onduidelijk.

Uiteindelijk maken slechts 278 bedrijven gebruik van de saneringsregeling, zo heeft demissionair minister Carola Schouten de Tweede Kamer laten weten. Met die sanering is een bedrag gemoeid van 277,3 miljoen. Er worden in totaal 580.447 varkenseenheden uit de markt gehaald. In concentratiegebied Zuid gaat het om 507.177 en in Oost om 73.270 eenheden. Het totaal aantal komt overeen met 6,7 procent van het aantal varkenseenheden dat in 2019 beschikbaar was in Nederland.

In Noord Brabant stoppen 173 varkenshouderijen, in Limburg 55, in Gelderland 27, in Overijssel 20 en in Utrecht 3. Omdat Schouten in haar brief niet bekend maakt welke bedrijven gesaneerd worden, valt niet na te gaan wat de sanering voor omwonenden betekent en waar precies het leefmilieu verbetert. Over de bijdrage van de saneringsregeling aan het oplossen van lokale overlastsituaties valt op grond van de kamerbrief niets te zeggen. Daarvoor zijn onderliggende gegevens nodig van bedrijven en vergunningen.

De buren van Bosweg 3 in Deurne

Uit de ledenbrief van Stopdestank van mei 2021

In het buurtschap aan de Bosweg is het leefmilieu slecht door uitstoot van intensieve veehouderijen. De gemeente Deurne erkent dat. Toch stemt het college van B&W in met de uitbreiding van de kippenmesterij van Van den Berg Bosweg BV met 80.000 dieren aan Bosweg 3. Daardoor komt het totaal aantal plofkippen daar op meer dan een kwart miljoen. De burgers in het buurtschap zijn ten einde raad. Nog meer stank, nog meer fijn stof. Ze maakten bezwaar en ze dienden een zienswijze in maar die heeft het college van B&W verworpen. Met de gang naar de rechter proberen ze het onheil te keren, zo meldt Vereniging Stopdestank in Deurne.

Vanwege ernstige stankoverlast trok de provincie in 2014 7½ ton subsidie (belastinggeld) uit om de veehouderij aan Bosweg 4 te verplaatsen naar een locatie een kilometer verder. Nu krijgt het bedrijf aan Bosweg 3 van de gemeente een vergunning om uit te breiden met 80.000 vleeskuikens. In totaal zitten er dan straks een kwart miljoen plofkippen aan de Bosweg. De gemeente erkent dat er in de buurt sprake is van een overbelast leefmilieu maar vindt dat geen reden om de vergunning te weigeren. De gemeente: ‘we houden ons aan de wet’. Daarmee is de kous af. Eén keer is de wethouder op verzoek van de hopeloze buurtbewoners komen praten. Maar hij gaf onmiddellijk aan dat hij niets voor hen kon doen omdat alles geregeld werd binnen de wettelijke regelgeving. Geen enkel gemeenteraadslid heeft contact opgenomen met de buurtbewoners.

De bewoners hebben geen andere keuze dan een zaak aan te spannen bij de Raad van State. Tegen de gemeente Deurne. Voor de zoveelste keer moeten inwoners naar de Raad van State omdat de gemeente Deurne hen de deur wijst. ”Wij, burgers in het buitengebied, voelen ons niet geholpen door onze overheden. En als je de ontwikkelingen volgt, voelen we ons zelfs gediscrimineerd t.o.v. agrarische ondernemers”, schrijft een van de buurtbewoners aan Stopdestank.nl.

Ministerie past V-stacks aan

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft een nieuwe versie gemaakt van V-stacks – het model waarmee de stankimmissies vanuit veehouderijen wordt berekend. Op de nieuwe versie kan gereageerd worden via internet.

Met behulp van de nieuwe V-stacks 2020 kan een betere inschatting worden gemaakt van de geurbelasting die omwonenden ondervinden, aldus het ministerie. Voor het nieuwe model geldt overgangsrecht, dat wil zeggen dat veehouderijen die een nieuwe vergunningaanvraag hebben lopen, nog tot 2022 van de oude V-stacks gebruik mogen maken.

Het ministerie zegt in een toelichting dat het nieuwe model in het ene geval tot minder en in het andere geval tot meer uitbreidingsruimte kan leiden. Door aanpassing van de invoerinstructie wordt meer recht gedaan aan het toepassingsbereik en de werking van het model voor situaties waarbij sprake is van technische voorzieningen zoals luchtwassers met grote uitstroomopeningen.

Op de pagina voor de internetconsultatie is nog geen nieuwe versie van V-stacks te vinden. Wel staat daar een wijziging van de Regeling Geurhinder Veehouderij.

GGD Gelderland Midden heeft een interessante reactie gegeven:
”De GGD vindt het van belang dat er een validatie wordt uitgevoerd van geurberekeningen met ‘V Stacks vergunning 2020’. ‘V Stacks vergunning 2020’ is ondanks de voorgenomen aanpassingen een vereenvoudigd verspreidingsmodel dat wordt toegepast op een complexe situatie, namelijk de verspreiding van geur uit één of meerdere lage bronnen en/of bronnen met een horizontale uitstroom. In deze berekening wordt de gebouwinvloed, die een belangrijke rol speelt in de verspreiding rond lage bronnen, niet meegenomen. Dit kan leiden tot een onderschatting van de werkelijke geurconcentratie op korte afstand en een overschatting op grotere afstand.
Naar aanleiding van een herziening van een vergunningaanvraag voor een stallencomplex heeft de Omgevingsdienst op advies van de GGD aan Erbrink Stacks Consult de opdracht gegeven om voor deze specifieke situatie de berekening met ‘V Stacks vergunning 2010’ te toetsen aan de uitkomsten van een berekening met het volledige Stacks model voor dezelfde input parameters, maar waarin de invloed van de stalgeometrie is meegenomen. De aanleiding hiervoor was dat er door omwonenden veel meer geurhinder werd ervaren dan op basis van berekeningen met ‘V Stack vergunning’ werd verwacht. Indien berekend met het volledige Stacks model zijn de berekende percentielwaarden op de geurgevoelige locaties tot ruim 40% hoger. Daarmee kon de door omwonenden ervaren geurhinder beter verklaard worden. Hieruit blijkt dat V Stacks, althans in de onderhavige situatie, een significante onderschatting geeft van de geurconcentratie en daarmee van de geschatte geurhinder.
Het advies van de GGD werkgroep Veehouderij en gezondheid is om voor een aantal representatieve situaties de berekening met ‘V Stacks vergunning 2020’ te toetsen aan een berekening met het volledige Stacks model. Hiermee kan bezien worden of ‘V Stacks vergunning 2020’ een minder grote afwijking laat zien ten opzichte van een berekening met het volledige Stacks model welke uiteraard een betere benadering geeft van de werkelijke verspreiding van geur in de omgeving van stallen. Zo niet, dan is een verder verbetering van ‘V Stacks vergunning 2020’ noodzakelijk.
De berekening van Erbrink Stacks Consult is op aanvraag verkrijgbaar, aldus GGD Midden Gelderland.