Verplicht berekenen van cumulatie stank in Omgevingswet

Vanaf 1 januari 2021, de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt, moeten gemeenten bij de berekening van stank uit veehouderijen rekening houden met zogeheten cumulatie. Dat betekent dat bij geurberekeningen niet alleen de stank van een veehouderij waarvoor een vergunning wordt aangevraagd, maar ook die van andere veehouderijen in de omgeving moet worden meegenomen.

Update januari 2021: invoering van de Omgevingswet is uitgesteld

Dat valt af te leiden uit de beleidsreactie van staatssecretaris Van Veldhoven op het rapport van de commissie Biesheuvel ”Geur bekennen”.
De commissie pleitte voor meer mogelijkheden om in te grijpen bij bestaande stankoverlast. Maar die hete aardappel schuift Van Veldhoven door naar gemeenten en provincies. Die kunnen met behulp van ”pilots in de vorm van een experiment” nagaan welke wettelijke mogelijkheden effectief zijn. Bij gebleken effectiviteit kan er een vertaling naar wetgeving plaatsvinden. Bij provincies en gemeente bestaat draagvlak voor deze pilotaanpak, aldus Van Veldhoven. ”Ik zal dit verder uitwerken in nauw overleg met betrokken partijen, inclusief de sector.”

50%-regeling
Onderdeel van deze pilot-aanpak is een herziening van de omstreden 50%-regeling. Gemeenten en provincies krijgen de mogelijkheid om het deel van de ontwikkelruimte die ontstaat door een emissiebesparende maatregel, binnen de bandbreedte 0-50% zelf te bepalen, aldus Van Veldhoven. Dat kan geïnterpreteerd worden als het einde van 50%-regeling, waarbij een veehouder niet langer automatisch recht heeft op de helft van de gereduceerde stank, die hij kan benutten door meer dieren te gaan houden. De voorgestelde pilot-aanpak betekent wel dat burgers volledig afhankelijk zijn van hun gemeente en provincie als het gaat om de mate waarin een veehouder stankreductie mag compenseren. Burgers hebben veelvuldig gevraagd om intrekking van de 50%-regeling.

Geur meten
Van Veldhoven heeft het in haar beleidsreactie ook over het meten van geur. Ze vaart daarbij volledig blind op Wageningen Universiteit. Die mag een meerjarig onderzoekprogramma opzetten. Na 2020 komt er meer duidelijkheid over de toepassingsmogelijkheden van de zogeheten chemisch-analytische methode voor het meten van geurconcentraties direct bij de bron en in de omgeving van stallen. Er komen sensorsystemen en de methodiek van de chemisch-analytische methode zal worden opgenomen in wet- en regelgeving. Dat zal het einde betekenen van de huidige meetmethode met geurpanels.

Burgerwerkgroep ontevreden over maatregelen

De burgerwerkgroep max5odeur is zeer ontevreden over de maatregelen die Van Veldhoven treft naar aanleiding van het rapport van de Commissie Biesheuvel. Deze commissie pleitte voor een betere bescherming van omwonenden tegen stank uit veehouderijen.

Bij het zoeken naar oplossingen voor concrete knelpunten zal een gemeente of provincie keuzes moeten maken, zo adviseerde de commissie. ”Keuzes die een grote impact kunnen hebben op veehouders, omwonenden en andere betrokkenen. Keuzes die pijn kunnen doen. Keuzes die geld zullen kosten. Soms veel geld. Om die keuzes weloverwogen te maken, is persoonlijk contact met en participatie van betrokkenen onontbeerlijk.”
De Commissie pleitte voor afstemming met de rijksoverheid over de financiële consequenties. Het is volgens de commissie aan de politiek om een zorgvuldige en transparante belangenafweging te maken. De commissie noemde daarbij een passende schadevergoeding en nadeelcompensatie voor degenen die door de belangenafweging worden benadeeld.

Deze adviezen vindt de werkgroep max5odeur niet terug in de voorstellen van staatssecretaris Van Veldhoven. Max5odeur wil naast het invoeren van cumulatieve berekeningen, veel scherpere geurnormen. Ook zou de 50%-regeling volledig geschrapt moeten worden.

Klik hier voor de reactie die de werkgroep max5odeur stuurde naar de vaste kamercommissie:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *