Stank uit varkenshouderijen zal toenemen door brijvoer

De stank uit varkenshouderijen zal toenemen door een uitbreiding van het aantal brijvoerinstallaties. De verwachting is dat er door de sanering van de varkenshouderij meer bedrijven zullen komen met een dergelijke installatie. ‘’In Nederland zal relatief het aantal bedrijven met een brijvoerinstallatie eerder toe- dan afnemen door krimp van de varkensstapel en het aantal bedrijven’’, schrijft Nieuwe Oogst.

Een toename van brijvoer valt niet alleen te verwachten ten gevolge van de schaalvergroting, maar ook door toepassing van de kringlooplandbouw. Dat concept wordt gepropageerd door het ministerie van LNV en beoogt voedselverspilling tegen te gaan. Met vochtrijke en met droge reststromen uit de levensmiddelenindustrie zou de varkenssector bovendien een belangrijke bijdrage leveren aan de reductie van broeikasgassen.

Omwonenden zullen het gaan merken: voor brijvoerinstallaties gelden geen geurnormen. De Wet Geurhinder Veehouderij biedt geen enkele bescherming. Wel is er de algemene regel dat het bereiden van brijvoer in gesloten ruimtes moet plaatsvinden. Maar de opslag van brijvoer kan ook stank veroorzaken. Evenals de mest van met brijvoer gevoerde varkens. Het brijvoer voegt aan de mest een zure stank toe, als gevolg van vluchtige vetzuren van gefermenteerde bijproducten.

Het rapport van Wageningen Universiteit Stalmaatregelen voor het reduceren van geuremissie uit de intensieve veehouderij (2015) wijst bovendien op het risico van stank door vermorsing en hokbevuiling. Hokbevuiling bij met name vleesvarkens, is één van de belangrijkste bronnen van geur (en ammoniak), aldus het rapport.

De conclusie van het rapport is weinig hoopgevend: ‘’Er zijn nauwelijks mogelijkheden om de geuremissie uit voeropslagen en/of voerkeuken te voorkomen of te reduceren. Veel zal afhangen van de aanwezige voercomponenten en de dagelijkse werkwijze van de veehouder, zoals bijvoorbeeld het afdekken van sleufsilo’s en het schoonmaken van lege voorraadbakken. Eventueel kan een inpandige opslag van voedercomponenten worden aangesloten op een chemische luchtwasser.

Het bevoegd gezag kan toepassing van een chemische luchtwasser afdwingen in de vorm van aanvullende maatwerkvoorschriften. Daarvoor moeten omwonenden dan wel bij de vergunningverlening via een zienswijze een verzoek indienen.

Geef een reactie