Grote varkens- en pluimveehouderijen (zogeheten IPPC-bedrijven) moeten binnen vier jaar een geurbeheersplan opstellen. Dat staat in de nieuwe Europese regels voor Best Beschikbare Technieken (BBT) die op 15 februari zijn gepubliceerd. Zo’n geurbeheersplan is noodzakelijk in situaties waarin sprake is van geurhinder of waar geurhinder wordt verwacht.
Een geurbeheersplan moet een protocol bevatten voor de monitoring van geur. Ook moet de veehouder in het protocol beschrijven hoe hij geur denkt te voorkomen en welke maatregelen er getroffen zullen worden in geval van geurhinder.
De nieuwe Europese BBT-lijst bevat tal van technieken om geur te voorkomen of te verminderen. Volgens de nieuwe Europese regels moeten de veehouders een combinatie van deze technieken toepassen, zoals het geregeld afvoeren van mest naar een afgedekte mestopslag en het verkleinen van het oppervlak in de stal waar mest zich kan ophopen.
In de nieuwe BBT-eisen is ook aandacht voor de afvoer van lucht uit de stallen, de toepassing van luchtzuiveringssystemen en de bewerking van mest zodat het uitrijden veel minder geurhinder ontstaat.
Klik hier voor UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/302 VAN DE COMMISSIE
tot vaststelling van BBT-conclusies (beste beschikbare technieken) op grond van Richtlijn
2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad, voor intensieve pluimvee- of varkenshouderij