GGD: minimaal 250 meter tussen woning en veehouderij

De GGD adviseert om het voorzorgsprincipe toe te passen en terughoudend te zijn met het bouwen of uitbreiden van veehouderijen binnen 250 meter van woningen, scholen of ziekenhuizen. Dit staat in een nieuwe richtlijn medische milieukunde veehouderij en gezondheid.

De GGD heeft al vaker aangegeven dat er een afstand van 250 meter in acht genomen zou moeten worden. De nieuwe richtlijn is opgesteld op basis van de kennis van nu en wint daardoor aan kracht.

Ook op grotere afstand dan 250 meter kunnen gezondheidseffecten optreden door emissies van veehouderijen, aldus de GGD. Wanneer het mogelijk is om meer afstand te houden tot gevoelige bestemmingen, heeft dat de voorkeur. Voor geitenhouderijen hanteert de GGD een afstandscriterium van 2 kilometer, vanwege het verhoogde risico op longontsteking.

Binnen 250 meter strenge normen voor fijnstof en geur
In de zone van 250 meter van gevoelige bestemmingen adviseert de GGD alleen nieuwe veehouderijen te bouwen als de concentratie van fijnstof lager is dan de WHO-advieswaarde, én de maatregelen om emissies van PM10 en andere stoffen te reduceren ten minste op niveau BBT zijn. Bij voorkeur neemt de veehouder ook bovenwettelijke maatregelen.
Andere voorwaarde voor de bouw van een veehouderij binnen de 250 meter is dat de geurbelasting voldoet aan de maximale geurbelasting:
(woonkern) voorgrond 2 OU/m³, achtergrond 5 OU/m³;
(buitengebied) voorgrond 5 OU/m³, achtergrond 10 OU/m³

De nieuwe richtlijn kan door gemeenten worden gebruikt bij het verlenen van vergunningen of het opstellen van een omgevingsvisie. De GGD wil bij uitbreiding of nieuwvestiging in veel gevallen een advies op maat geven.

Geef een reactie