De sanering van de varkenshouderij leidt tot minder geuroverlast en verbetering van de leefomgeving in Zuid- en Oost-Nederland, maar met hoeveel en waar de stank vermindert is onduidelijk.
Uiteindelijk maken slechts 278 bedrijven gebruik van de saneringsregeling, zo heeft demissionair minister Carola Schouten de Tweede Kamer laten weten. Met die sanering is een bedrag gemoeid van 277,3 miljoen. Er worden in totaal 580.447 varkenseenheden uit de markt gehaald. In concentratiegebied Zuid gaat het om 507.177 en in Oost om 73.270 eenheden. Het totaal aantal komt overeen met 6,7 procent van het aantal varkenseenheden dat in 2019 beschikbaar was in Nederland.
In Noord Brabant stoppen 173 varkenshouderijen, in Limburg 55, in Gelderland 27, in Overijssel 20 en in Utrecht 3. Omdat Schouten in haar brief niet bekend maakt welke bedrijven gesaneerd worden, valt niet na te gaan wat de sanering voor omwonenden betekent en waar precies het leefmilieu verbetert. Over de bijdrage van de saneringsregeling aan het oplossen van lokale overlastsituaties valt op grond van de kamerbrief niets te zeggen. Daarvoor zijn onderliggende gegevens nodig van bedrijven en vergunningen.