Bestrijding van stankoverlast ontbreekt bij de beoordeling of stallen van veehouderijen integraal duurzaam zijn of niet. Dit is in tegenspraak met toezeggingen die staatssecretaris Van Veldhoven (I&M) aan de Tweede Kamer heeft gedaan.
Op 14 december 2017 zei Van Veldhoven tijdens een overleg met de Tweede Kamer dat de aanpak van stankoverlast onderdeel zou worden van de integrale verduurzamingsaanpak veehouderij. In de recent gepubliceerde ”Monitoring integraal duurzame stallen” komt het woord stank of geur echter niet voor. Stallen krijgen het predikaat integraal duurzaam zonder dat de veehouder iets extra’s hoeft te doen aan stankbestrijding.
De monitoring is vandaag aangeboden aan de Tweede Kamer door de collega van Van Veldhoven, minister Carola Schouten van LNV. Noch in het rapport, noch in de definitie van integraal duurzame stallen staat geur of stank vermeld als duurzaamheidsthema. In de begeleidende kamerbrief verwijst Schouten naar gesprekken met dierlijke sectoren en maatschappelijke partijen. Waar Van Veldhoven in december 2017 nog burgers op het oog had als overlegpartner, worden die nu niet eens meer genoemd.
Definitie integraal duurzame stallen
”Integraal duurzame stallen zijn gedefinieerd als stal- en houderijsystemen waarin verschillende duurzaamheidkenmerken in onderlinge samenhang zijn verbeterd ten opzichte van de regulier toegepaste stallen of systemen. Het gaat om stallen en houderijsystemen die het dierenwelzijn extra verbeteren door het toepassen van maatregelen die verder gaan dan de wettelijke welzijnsnormen en die daarnaast tenminste voldoen aan andere maatschappelijke randvoorwaarden en wettelijke eisen
voor milieu, diergezondheid en arbeidsomstandigheden én economisch haalbaar zijn.”
Volgens deze definitie zijn inmiddels een derde van de varkensstallen en veertig procent van de pluimveestallen integraal duurzaam, aldus het monitoringsrapport.
Zolang de (intensieve) veehouderij een ( op korte ) termijn positieve bijdrage levert aan de handelsbalans van de BV Nederland, zolang zal onze overheid geen maatregelen nemen om de stank- en geuroverlast tegen te gaan. Gerechtelijke dwang is mogelijk de enige oplossing.