Alle bestaande IPPC-veehouderijen moeten per 1 januari 2021 voldoen aan de Europese richtlijnen voor best beschikbare technieken (BBT). Gemeenten en provincies moeten het initiatief nemen en bedrijven benaderen voor een controle en eventuele aanpassing van stalsystemen. Die aanpassing kan worden opgelegd door middel van voorschriften.
Best beschikbare technieken zijn verplicht onder meer op het gebied van geluid, stof, geur, opslag, verwerking en uitrijden van mest, ammoniak en monitoring. Wanneer er klachten vanuit de omgeving zijn, dan kan het bevoegde gezag een geurbeheersplan verplicht stellen. Dat kan op grond van BBT 12. Dat is van toepassing wanneer bij omwonenden geurhinder wordt verwacht en/of is onderbouwd. Geurhinder kan worden verwacht als een bedrijf ten gevolge van het aantal dieren dat wordt gehouden een zeer geringe marge heeft ten opzichte van de geurnorm.
Hoewel er veel te doen is over gecombineerde luchtwassers en de emissiefactoren voor deze installaties zijn aangepast, worden ze nog steeds beschouwd als de beste beschikbare techniek om de geurhinder te beperken. Er kunnen wel meetverplichtingen worden opgelegd. Op grond van BBT 28 kunnen alle intensieve veehouderijen met luchtwassers worden verplicht tot elektronische monitoring van de luchtwassers in combinatie met een eenmalige geurrendementsmeting.
Op 30 december 2019 heeft rechtbank Oost-Brabant hier een eerste inhoudelijke uitspraak over gedaan ECLI:NL:RBOBR:2019:7440
(Update 22 juli 2020 De Raad van State heeft in hoger beroep een nieuwe uitspraak over gedaan over de rechtmatigheid van een geurbeheersplan: zolang een bedrijf voldoet aan de Wet geurhinder veehouderij, bij uitbreiding de 50%-regeling correct toepast en de geurhinder afneemt, kan er geen sprake zijn van geurhinder, ook al wordt de geldende geurnorm van 8 odeur met 1,4 odeur overschreden, uitspraak ECLI:NL:RVS:2020:1741).
Op 15 januari 2020 heeft de Raad van State bepaald dat de provincie Limburg aan een varkenshouder terecht een meetverplichting, streefnormen en grenswaarden voor de geuremissie heeft opgelegd. De streefnormen zijn gebaseerd op een geurverwijderingsrendement van het luchtwassysteem van 85% en de grenswaarden op een rendement van 45%. Het college heeft die verplichting opgelegd nadat is vast komen te staan dat het vergunde luchtwassysteem een lager rendement heeft dan waarvan aanvankelijk werd uitgegaan, hetgeen ertoe leidt dat een zodanig hoge geurbelasting in de omgeving ontstaat, dat de geurnormen uit de Wgv bij een aantal geurgevoelige objecten zullen worden overschreden. Om er zeker van te zijn dat die geurnormen toch zoveel als mogelijk worden gerespecteerd, heeft het college de nieuwe voorschriften opgelegd.
ECLI:NL:RVS:2020:108
Tot de IPPC-veehouderijen behoren varkensbedrijven met meer dan 2000 mestvarkens of 750 zeugen en pluimveehouderijen met meer dan 40.000 kippen. Wil je weten of jouw buurman een IPPC-bedrijf heeft? Gemeenten en provincie moeten de vergunning van IPPC-bedrijven publiceren op internet. Je kunt bij gemeente of provincie informeren of een IPPC-bedrijf voldoet aan de Europese richtlijnen voor BBT.
Woon je in de buurt van een pluimveebedrijf met overdekte uitloop, laat de geurbelasting dan narekenen aan de hand van de handleiding van V-Stacks-vergunning, versie mei 2017. Na een herberekening zou er wel eens een overschrijding van de grenswaarden aangetoond kunnen worden
Klik hier voor de BBT intensieve veehouderij