Staat handelt onrechtmatig: grondrecht ongestoord woongenot onvoldoende beschermd

Geplaatst op 10 juni 2020
Een groep burgers uit Nood-Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel die geregeld stankoverlast ervaren vanuit de veehouderij, klagen de Nederlandse staat aan voor een onrechtmatige daad. De wet- en regelgeving beschermt burgers onvoldoende. De dagvaarding is na twee jaar voorbereiding ingediend bij de civiele rechter.

“De Staat handelt onrechtmatig door het grondrecht van ongestoord woongenot van eisers in strijd met zijn rechtsplicht daartoe niet adequaat te beschermen. De Staat schendt daarmee artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, de artikelen 21 en 22 van de Grondwet en de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek”, aldus de dagvaarding.

De groep burgers wordt bijgestaan door advocaat mr. Nout Verbeek. Klik hieronder voor het persbericht en het artikel in het Eindhovens Dagblad van 10 juni 2020
PERSBERICHT-DE-STAAT-GEDAAGD-WEBDownload

Artikel in het Eindhovens Dagblad
Burgers-zijn-stank-beu-Eindhovens-Dagblad
Dagvaarding 2 juni 2020

Gedupeerden stankoverlast stellen staat aansprakelijk

Geplaatst op 18 juni 2018
Achttien Nederlandse burgers uit Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel gaan de staat aansprakelijk stellen voor de geleden schade door stankoverlast. Vandaag is er een brief uitgegaan naar de minister van landbouw, waarin deze wordt uitgenodigd voor overleg over de ontstane situatie. Het is een laatste poging van de gedupeerden om een rechtsgang te voorkomen.

Burgers worden onvoldoende beschermd door de bestaande regelgeving, aldus advocaat Nout Verbeek, die samen met de milieujurist Valentijn Wösten de procedure zal aanspannen. Woongenot is een grondrecht. De staat handelt onrechtmatig door dit grondrecht onvoldoende te verzekeren, aldus Verbeek. De geurnormen moeten worden aangepast en de gedupeerde burgers die jarenlang in de stank hebben gezeten, moeten worden gecompenseerd.

Een van de gedupeerden, Piet Catsburg uit het Brabantse dorp Zeeland, heeft een verslaggever van de NRC uitgenodigd om eens te komen ruiken. Catsburg: ”Het is een geurdeken, die met de wind mee naar onze huizen komt zeilen. Dag in dag uit, elke dag van het jaar. Soms moet ik er bijna van overgeven. Mijn huis is onverkoopbaar geworden. Ruik eens: wie wil hier nog wonen?” Ook Valentijn Wösten komt in de NRC aan het woord: ”Wij strijden tegen de leugens van milieuwetgeving. Want met de huidige regelgeving worden niet de burgers beschermd tegen geurhinder, maar zijn de normen versoepeld. Daardoor kan de overheid mooi weer spelen.”

Lees ook Toelichting Wosten Wgv Staat Gedaagd 13 juni 2018
Lees ook het artikel in het Brabants Dagblad: Brabantse plattelandsbewoners klagen staat aan voor de stank